Slib is het nieuwe zwarte goud
Centraal in het productieproces van de Energiefabriek staat een Cambi-installatie; de eerste in Nederland. “Met deze thermische drukhydrolyse wordt het slib behandeld voordat het de gisting in gaat: hij voert de temperatuur op tot 155 graden en de druk tot 5 bar, dat is hoog genoeg om de sterke celstructuur van het slib te kraken. Daardoor komt er meer biomassa vrij dan voorheen. Het levert ons in de vergistingstanks maar liefst 20-30% meer biogas op dan bij conventionele gisting”, vertelt zuiveringstechnoloog Jan-Evert van Veldhoven. “Omdat we al het slib uit ons werkgebied hier verwerken, houden we zelfs meer gas over dan we nodig hebben. Het overschot, ca. 3,7 mln m3 biogas per jaar voeren we af naar onze buurman, Attero, die het opwerkt tot aardgas.”
Droge stof
Vanuit de gistingstanks wordt het slib naar een centrifuge verpompt, waar het wordt ontwaterd. Ook dat proces verloopt dankzij de Cambi-installatie efficiënter. “Doordat het slib gekraakt is, kunnen we er meer water aan onttrekken. Daardoor hoeven we minder slib af te voeren naar de verbrandingsinstallatie. Dat scheelt zo’n 60.000 transportkilometers per jaar”, rekent projectleider André Smits voor.
Afval wordt grondstof
De waterfractie die na het centrifugeren overblijft, gaat naar de eveneens nieuwe Phospaq-installatie, die er fosfaat uithaalt door er magnesium aan toe te voegen. “Het resultaat is struviet, een langzaamwerkende kunstmest”, vertelt Jan-Evert. Het restwater dat dán nog over is, gaat door de Anammox-installatie die zo’n 900 kilo stikstof per dag verwijderd. “De Energiefabriek heeft onze manier van denken volledig op zijn kop gezet: ons afval is nu een waardevolle grondstof.”
Jan-Evert en André zijn trots op het proces dat ze na zeven roerige jaren hebben opgeleverd. Bang dat ze na dit huzarenstukje in een gat vallen, zijn ze niet. “De Dommel wekt nu ruim 50% van de energie die ze gebruiken duurzame wijze op. Maar als we in 2025 naar de 100% willen, moet er nog behoorlijk wat gebeuren. Misschien kunnen we ook slib van andere waterschappen of van andere bedrijven in de omgeving gaan innemen”, stelt André. Jan-Evert vult aan “Ons vakgebied blijft bovendien volop in beweging. We zijn al bezig met het terugwinnen/van cellulose, humuszuren en warmte uit afvalwater. Daarnaast wordt onderzoek gedaan naar technieken voor het produceren van bioplastics en het verwijderen van medicijnresten uit afvalwater. Ons werk is nooit klaar.” Van energiefabriek naar grondstoffenfabriek! Dat is de volgende ambitie!